Francorchamps 500cc 1976 met Marcel Ankoné

2022-04-04

Wie herinnert zich de 500cc race op Francorchamps 1976 nog? Het was snik heet en ronde na ronde kwamen Barry Sheene, John Williams en Marcel Ankone als aan een touwtje over de finish. Het 14.1 km lange circuit werd afgelegd in iets minder dan 4 minuten wat neerkwam op een gemiddelde snelheid van bijna 220 km/uur. Nu 46 jaar later blikken we samen met Marcel Ankoné en diens monteur Gerrit Veldscholten terug op die race waarbij Marcel ons alle ins en outs gaat vertellen over deze race op dit razendsnelle circuit.


De week voor Francorchamps reed Marcel in Assen tijdens de trainingen naar een nette 4e startplaats en in die race reed hij achter Sheene tot zijn Suzuki steeds meer op twee cylinders begon te lopen en de race voortijdig moest beeindigen. Na controle bleek de ontsteking van de Suzuki RG 500 kapot te zijn, en wat nog erger was, in geen velden of wegen was er een nieuwe te vinden. Zelfs het Suzuki fabrieksteam van Heron kon Marcel niet uit de brand helpen. Goede raad was duur en na veel omwegen werd de Krober fabriek in Duitsland benaderd met de vraag of zij het team van Marcel aan een ontsteking konden helpen. De technische man bij Krober zag wel een uitdaging in deze vraag en zo bivakkeerde Marcel en Gerrit twee dagen bij de Krober fabriek in Duitsland met als resultaat een Suzuki RG 500 die weer op 4 cylinders liep. Vanuit Duitsland reed men gelijk door naar Spa Francorchamps want op vrijdag begonnen daar de trainingen voor de race van zondag.

De temperatuur in Francorchamps was net als de week er voor in Assen erg hoog, er werdem temperaturen van 30 graden en meer gemeten. Maar ondanks deze temperaturen liep de Suzuki erg goed en volgens Marcel liep de Suzuki onderin zelfs iets beter met de nieuwe onsteking. De trainingen verliepen goed en Marcel stond na afloop van de trainingen net als de week er voor in Assen op een keurige 4e plaats, en daar mee op de voorste startrij. Er was echter 1 probleem en dat was dat de tankinhoud niet toereikend was om de gehele race af te leggen zonder pitstop. Suzuki GB met als rijders Barry Sheene en John Williams hadden echter bredere zitjes gemonteerd van de Suzuki TR 750 en daar een klein tankje ingebouwd zodat de race zonder pitstop uitgereden kon worden. Dit team was bereid om Marcel te helpen en zo werd in de nacht van zaterdag op zondag een Suzuki TR 750 zitje met extra benzine voorraad gemonteerd. Het enige wat aangepast moest worden waren de uitlaten, deze kwamen aan beide zijden iets verder naar buiten te staan maar verder hoefde er niets aangepast te worden. Het benzine probleem was leek opgelost!!  Dat al dit werk voor niets was geweest bleek tien minuten voor de race toen de organisatie bekend maakte dat ivm de hoge temperatuur de race van 12  ronden werd ingekort naar 10 ronden. Helaas was de resterende tijd te kort om het eigen zitje weer te monteren.


De race

Marcel zijn geheugen is nog erg goed en hij vertelt dat de eerste bochtencombinatie in Francorchamps ook gelijk de mooiste van dit circuit is. Het asfalt bij start/finish loopt behoorlijk af en je accellereert daardoor erg snel naar beneden. Je snijdt de eerste linker bocht zoveel mogelijk van rechts aan en wanneer je onderin op het laagste punt bent leg de de fiets op zijn andere oor en dan begint de klim naar boven. Door de hoge snelheid en sterke stijging van het circuit word je hier helemaal op de fiets geduwd en ook de fiets wordt dan sterk in de vering geperst. Door deze krachten heb je erg veel grip en kun je erg snel naar boven accelereren maar hoe verder je naar boven komt des te vlakker wordt het circuit weer. (minder stijging) Elke meter die je dus rijdt betekent iets minder grip en daar moet je met de linker knik boven in goed rekening houden anders ga je er daar echt af. Na een vol gas stuk met lichte steiging komt een niet al te snelle linkerbocht, de Les Combes, dit was een grotendeels blinde bocht wat tevens het hoogste punt van het circuit is en waar je twee of drie versnellingen terug moest. Snel de bocht uitkomen was hier belangrijk want er volgde weer een behoorlijk lang volgas stuk. Hoe sneller je de bocht uitkomt des te hoger is je snelheid op het rechte stuk. Via een links-rechts combinatie die min of meer volgas werden genomen komen we nu bij Burnenville en daar begint de erg snelle rechter bocht richting Malmedy. Bij het aansnijden van deze bocht schoof in de training tot mijn grote schrik het voorwiel opzij met 250 + vertelt Marcel. Gelukkig kreeg de voorband weer grip en viel ik niet, maar de schrik zat er op dat moment wel even goed in. Deze rechterbocht is moeilijk te omschrijven want de radius is lang niet overal gelijk waardoor je soms aan de binnenkant en soms aan de buitenkant van het circuit zit. Ook het asfalt was hier best hobbelig en helde soms af naar de zijkant van de baan en je moest hier echt op je tellen passen vervolgt Marcel. Via een paar zeer snelle knikjes bij Malmedy gaat het nu weer volgas richting Masta en moest ik weer slipstreamen om de op top net iets snellere fabrieksfietsen bij te houden. Bij de snelle links-rechts knikjes bij Masta moest je even van het gas en dan heel nauwkeurig sturen om in de slipstream te blijven want nu komt het snelste gedeelte van het circuit. Het circuit daalt hier licht en Gerrit had de fiets zo gegeard dat we bij maximum toerental een snelheid van van 297km/u haalden, maar heel af en toe draaiden we net iets meer toeren. De snelheid lag daar dus zeker op 300 km/u. En juist op dit lange en zeer snelle stuk ontdekte Marcel na een paar rondes het probleem van de iets naar buiten geplaatste uitlaten. Doordat de fabrieksfietsen van Sheene en Williams net iets sneller waren dan mijn RG moest ik op het rechte eind zoveel mogelijk slipstreamen. Dit houdt in dat je minder rijwind vangt en dus ook de koeling van de uitlaten die onder de tank doorliepen aanzienlijk minder is. Dit alles heeft als gevolg dat op dit lange rechte stuk, ondanks het hitteschild, door de gloeiend hete uitlaten mijn bovenbenen wel heel erg warm werden met kans op brandwonden. Opgeven was voor mij geen optie en zo heb ik de meeste rondes op dit rechte stuk waar ik slipstreamde min of meer op de voetsteunen gestaan met mijn kont los van het zitje. Op dit snelle stuk deed zich later in de race nog een vervelend voorval voor herinnert Marcel zich nog. Omdat de uitlaten hier tijdens het slipstreamen zo extreem warm werden en de benzine voorraad minder werd, en de benzine dus ook warmer werd, ontstonden er luchtbellen (Vapour lock) in de benzinetank. Daardoor hebben de carburateurs waarschijnlijk net even iets te weinig benzine gehad en de motor leek vast te lopen. Marcel sloot snel het gas en trok de koppeling in en de motor sloeg af. Toen hij even later de koppeling weer los liet sloeg de motor gelijk weer aan en alles klonk goed. De race werd zo snel mogelijk hervat maar Sheene en Williams waren toen al lang en breed uit beeld verdwenen. Marcel reed vanaf nu dus alleen en zo was het probleem in de rondes er na met de te hete uitlaten ook een stuk minder en kon Marcel weer gewoon in het zadel blijven zitten, Na dit snelle gedeelte komen we bij de rechter bocht van Stavelot, deze bocht is ook erg snel. Door laat te remmen en de bocht goed aan te snijden zodat je er aan het eind met zo’n hoog mogelijke snelheid weer uitkomt is een must want er volgt weer een zeer snel stuk. Vanaf Stavelot gaan we via een paar hele snelle knikjes naar La Carriere en ook hier gold weer hetzelfde als op de andere snelle stukken, slipstreamen en bij blijven. Dit snelle gedeelte klinkt eenvoudig zegt Marcel maar door de hoge snelheid die je daar reed moest je toch wel serieus sturen om op de baan te blijven. Na La Carriere gaan we nu naar Blanchimont met drie keer een linker bocht en een keer een rechter bocht, hier moet duidelijk terug geschakelk worden maar ondanks dat is het toch nog een heel snel gedeelte van de baan. Na al dit snelle werk komt nu de langzaamste bocht van het circuit, dit is de hairpin van La Source. De rijders moeten hier helemaal terug naar de eerste versnelling en dan heel kort rechts af. Deze bocht leent zich uitstekend voor uit rem acties en menig race is in deze bocht gewonnen of verloren. Doordat de motoren erg zwaar gegeard zijn voor dit snelle circuit moet er bij het uit accellereren van deze korte bocht vaak even de koppeling gebruikt worden. Ondanks deze zeer korte en langzame bocht lag de gemiddelde snelheid in 1976 op ruim 218 km/u. Na deze korte bocht komen we nu via een vol gas knik weer terug bij start/finish waar Marcel na de laatste ronde als derde over de finish komt achter John Williams en Barry Sheene. Een voortreffelijk resultaat, zeker gezien de omstandigheden met de gloeiend hete uitlaten. Later na de race vertelde Sheene dat hij in de laatste rondes toen hij in de slipstream van John Williams reed ook problemen met zeer hete uitlaten kreeg en ook te maken kreeg met lucht in de benzine met een licht stotterende motor tot gevolg.

De Suzuki RG 500 van Marcel Ankone was een doodgewone productie racer met eenvoudige gietijzeren cylinderbussen. De fiets werd onderhouden door Gerrit Filart en Gerrit Veldscholten Dat zij hun vak verstonden is na deze race meer dan duidelijk want veel andere rijders haalden de finish niet onder deze extreem warme omstandigheden.

 

Marcel en Gerrit, bedankt voor deze gezellige uurtjes en jullie medewerking.

 

Gr. Ben

www.bazzer.nl


Een historisch moment. Ankone op het podium na afloop van de 500cc race in Francorchamps 1976