Jan de Vries Wereldkampioen 1971 & 1973                                                             

Juni 2006

                                                                                                                                                                                                                                                                        

Jan de Vries is geboren in het Friesche St jacobiparochie en waar hij als kleine jongen ook opgroeide, Na zijn lagere school deed hij L.T.S motorvoertuigen waarvan hij ook het diploma behaalde. Na school ging hij bij Jager motoren in Leeuwharden werken als monteur en in die tijd begon hij ook met grasbaanraces te rijden De techniek die hij hier leerde kwam hem later goed van pas bij het wegracen want op de grasbaan leerde hij uitstekend het driften van de beide wielen te controleren. Na een oproep van de Hr van Veen waar hij jonge rijders zocht om de door in Amsterdam verder ontwikkelde kreidler racers te bemannen. Hiervoor kwamen diverse rijders opdraven en na een strenge selectie werd Jan de Vries samen met Aalt Toersen uitverkoren om vanaf dat moment de kleine rode van veen racers te bemannen in het Nederlands Kampioenschap. Aalt was eerste rijder en had dus ook de beschikking over het snelste materiaal. Materiaal wat verder werd ontwikkeld door de heren zelf in samenwerking met Jos Smit. Jan woonde in die tijd nog in Friesland en moest veel heen en weer reizen maar toen hij later Bij van Veen in vaste dienst kwam ging Jan in Purmerend wonen waar hij nu nog steeds woont samen met zijn vrouw Rommy. Nadat Aalt in 1966 de titel in het Ned kampioenschap veroverd had was het in 1967 de beurt aan Jan om de titel in de ligste klasse over te nemen en zijn rijden werd steeds sterker, zo sterk zelfs dat hij in 1968 zijn eerste GP mocht rijden. In 1969 rijd Jan zijn eerste volledige GP seizoen en weet een keurige vierde plaats in de eindstand in de wacht te slepen middels drie tweede plaaten en twee derde plaatsen. Vijf maal een podium plaats is natuurlijk niet slecht in je eerste volledige seizoen en dit wordt ook opgemerkt bij Derbi en Angel Nieto. Nieto, de grote man, rijdend voor de Spaanse Derbi fabriek, is in die jaren wereldkampioen in de 50cc klasse. Dit kleine, maar o zo snelle mannetje is bloedfanatiek en bijt zich als een tijger in zijn prooi als ze voor hem rijden en is dan ook heel moeilijk los te rijden laat staan te verslaan.

In 1970 wordt wederom deelgenomen aan het volledige wk en het zou er een worden met veel succes. De eerste vier GP worden gewonnen door Nieto op Derbi en daarna is het driemaal de beurt aan Aalt Toersen die nu op Jamathi rijdt om daar de geblesseerde Poul Lodewijks te vervangen Jan de Vries wint de GP van Italie en pakt zo zijn eerste Gp zege. De resultaten van dit jaar zijn dus een keer eerste, twee keer tweede, en een keer derde. In totaal goed voor 66 punten en een vijfde plaats in het kampioenschap. Met deze goede resultaten op zak vond dhr van Veen het moment aangebroken om een aanval te gaan doen op de wereldtitel. Niets werd aan het toeval overgelaten en werd zelfs Jorg Muller, een jonge Duitse ingenieur aangetrokken die voor nog meer pk’s moest gaan zorgen.

In de winter van 1970 /1971 werd door de heren de Vries en Muller koortsachtig gesleuteld en getest met de 50cc kreidler blokjes die voorzien waren van zes versnellingen en waterkoeling.
Jos Schurgers die inmiddels ook aan de renstal was toegevoegd zorgde voor het fraaie Polyesterwerk en Jaap Voskamp was de verantwoordelijke man voor de Frames en dergelijke. Het resultaat was dat aan het begin van het seizoen 1971 werd gestart met ongeveer 17,5 pk bij ruim zestienduizend toeren. Iedereen was natuurlijk uiterst gespannen, want niemand wist hoe de krachtsverhoudingen met Nieto/Derbi lagen want ook in Spanje zat men natuurlijk niet stil. Het resultaat is als volgt, Jan wint vijf keer een GP, wordt een keer tweede, en een keer derde. Dit alles is genoeg voor 97 punten en het wereldkampioenschap. Een kampioenschap dat werd behaald door een relatief klein team, Maar met veel enthousiasme en doorzettingsvermogen wisten zij een grote Spaanse fabriek met een heel sterke Nieto te verslaan.
s"Avonds is er een uitgebreid verslag op studiosport wat voor die tijd best bijzonder was, er was nog geen Eurosport zoals nu, en bij thuiskomst blijkt het hele dorp uitgelopen te zijn en zelfs de muziekkorps komt door de straat. De altijd rustige Jan geniet van zijn succes zonder er al teveel over te zeggen, zo is hij niet, de tegen Pool van Nieto kun je bijna stellen waar Nieto vurig en soms onbeheerst is, Is Jan juist erg rustig en mede hierdoor werden er soms kostbare punten gescoord omdat Nieto zichzelf niet altijd de baas is en zo nog wel eens onderuit gaat.

In 1972 zal de strijd verder gaan en er zal uiteraard worden geprobeerd om de titel te verdedigen, Geen gemakkelijke opgaaf want de Spanjaarden zullen op wraak belust zijn en ook is het afwachten wat Jamathi zal doen het komende seizoen. In de winter wordt het vermogen van de kreidler op ruim 18 pk gebracht en wordt met name de betrouwbaarheid onder de loupe genomen en verbeterd. Het resultaat is een goed lopend motortje met een brede powerband, dat is het toeren gebied waarin de motor goed vermogen levert. Al snel blijkt dat het motortje goed draait tenopzichte van de concurentie, maar Nieto zou Nieto niet zijn als hij niet vocht als een tijger en de duels waren dan ook om van te smullen. Vaak lagen de heren maar enkele meters uit elkaar zoals in Assen waar een duel van start tot Finisch plaats met Nieto op de streep net voor onze landgenoot. Het publiek (waaronder ik, was mijn eerste TT) was teleurgesteld, ze hadden Jan zo graag op zijn thuiscircuit zien winnen na zijn prachtige wereldtitel van afgelopen jaar, maar het mocht niet zo zijn en Nieto had toch wel verdiend gewonnen. Op het podium was Jan erg sportief en pakte Nieto bij de hand en stak deze in de lucht naar het aflopen van het Spaanse volkslied. Dit is tekenend voor de sportiviteit van Jan, zo graag had hij hier het Wilhelmes gehoord voor zijn eigen publiek, maar Nieto won en Jan toonde ook tegen zijn verlies te kunnen.

Aan het einde van het seizoen was de balans dan ook in het voordeel van Nieto die de titel pakte in zowel de 50cc als in de 125 cc. Dit was een mooi kado voor de Derbi fabriek die dat jaar hun zoveel jarig bestaan vierde als motorfabrikant en daarna besloten zich terug te trekken uit de racerij. Nieto verhuisde naar het Italiaanse Morbidelli die alleen in de 125cc vertegenwoordigd was en zo zou Jan in 1973 geen concurentie van Nieto hebben.

Uiteraard werd door Jorg Muller en de zijne het motortje verder verbeterd en aan het begin van het seizoen lag het vermogen zo rond de twintig pk. Het seizoen verliep voorspoedig en zonder al te veel tegenslag werd de titel binnen gehaald. Dit ging gepaard met vijf over winningen en de enige tegenslag die er dat jaar eigenlijk was, dat was het uitvallen bij de Dutch TT, graag had Jan na twee wereldtitels ook zijn thuis GP eens gewonnen, maar dat succes heeft hij nooit mogen beleven.

Aan het einde van dat jaar gaf Jan te kennen te stoppen met racen, iets wat velen betreurden, maar wel respecteerden. Hij bleef bij van Veen als monteur werken voor Henk van Kessel die Jan op moest volgen in de GP’s

Bij deze wil ik Jan bedanken voor de prachtige motorsport momenten die hij ons liet beleven, Momenten die al lang voorbij zijn maar nog steeds vers in ons geheugen zitten omdat ze te mooi waren om te vergeten. Ook bedankt voor de gastvrije en gezellige ontvangst bij jullie thuis tijdens het interview en scannen van oude foto's.


Jan, je bent een waar Kampioen!


Ben Looijen

 

Bazzer.nl